5 augustus 2015

Meebetalen aan knelpunten veehouderij: nee!

Alarmerend, zo vinden de Statenfracties van GroenLinks, de Partij van de Arbeid en de Partij voor de Dieren de signalen die ze van bewoners rond intensieve veehouderijen krijgen. Het Urgentieteam van de provincie vraagt deze bewoners om een financiële bijdrage aan het oplossen van knelpunten. “Dit kan niet”, oordelen drie Statenleden. Ze stelden vragen aan het College.

In Brabant bemiddelt het Urgentieteam op diverse plekken waar boeren en buren in conflict zijn. In het Urgentieteam zitten vertegenwoordigers van de provincie, gemeenten, Omgevingsdiensten, GGD, ZLTO en de BMF. Het team heeft mandaat, ook financieel, om te komen tot oplossingen voor knelpunten rond intensieve veehouderij.

Het budget hiervoor is in oktober 2014 goedgekeurd door Provinciale Staten van Noord-Brabant. Wel dienden GroenLinks Brabant en andere fracties een amendement in, dat bewoners uitsloot van het leveren van een financiële bijdrage aan het oplossen van knelpunten. Dit amendement werd unaniem aangenomen.

Niet betalen voor bescherming
Nu komen er meerdere signalen uit het Brabantse buitengebied dat aan bewoners een forse geldelijke bijdrage wordt gevraagd. Tot vele duizenden euro’s, al dan niet als percentage van de nog te taxeren overwaarde van hun woonhuis. Hagar Roijackers van GroenLinks Brabant vindt dit onbegrijpelijk: “Bewoners zijn niet verantwoordelijk voor het oplossen van de problemen rond de intensieve veehouderij. Integendeel, de overheid heeft deze omwonenden te beschermen tegen (stank)overlast of gezondheidsrisico’s. Voor deze bescherming hoeven ze niet – anders dan via de belastingen – te betalen.”

Antoinette Knoet-Michels van de PvdA zet het in bestuurlijk perspectief: “Van bewoners in de omgevingsdialoog mag je best wat vragen. Dat hebben we ook besproken in de commissie en statenvergadering. Denk daarbij aan een snipperdag opnemen of bereid zijn om een terras of oprit aan te passen. Maar dus niet: een directe financiële bijdrage leveren.”

Marco van der Wel van de Partij voor de Dieren voegt daar nog een element aan toe: “Bekend is dat huizen rond grote veestallen in waarde alleen maar dalen. Absurd dus als gevraagd wordt dat een percentage van de fictieve overwaarde van woonhuizen moet worden geïnvesteerd in verplaatsing van bedrijfsoverlast. Van omwonenden mag je geen geldelijke bijdrage verwachten zoals van gemeenten en ondernemers.”

De Statenleden spreken de verwachting uit dat het College voorkomt dat omwonenden daadwerkelijk hun portemonnee moeten trekken.