Solide begroting
Vervolg op de weg naar gezonde resultaten. De financiële situatie van de provincie Noord-Brabant is uitdagender dan in het verleden, maar nog steeds solide. De uitdagingen in de samenleving, die in dit verkiezingsprogramma zijn beschreven, zorgen ervoor dat er nog meer dan vroeger behoefte is aan een krachtige provincie. Wij zijn daarom van mening dat de provinciale begroting minstens op peil dient te blijven.De financiële situatie van de provincie Noord-Brabant is uitdagender dan in het verleden, maar nog steeds solide. Zeker in vergelijking met de gemeenten. De uitdagingen in de samenleving, die in dit verkiezingsprogramma zijn beschreven, zorgen ervoor dat er nog meer dan vroeger behoefte is aan een krachtige provincie. Wij zijn daarom van mening dat de provinciale begroting minstens op peil dient te blijven. De PvdA kiest voor de volgende financiële uitgangspunten.
Financieel beleid
(1)
Door tegenvallende vermogensopbrengsten en beperkende regels van het Rijk zijn de inkomsten van de provincie onder druk komen te staan. We rekenen erop dat nu de rentes stijgen het langjarig vermogensrendement (106,3 miljoen per jaar) kan worden behaald en (in combinatie met de inzet van de rente- en dividendreserve) verdere bezuinigingen niet nodig zijn.
(2)
Voor nieuw beleid is in de komende Statenperiode structureel (elk jaar) minimaal 70 miljoen euro per jaar beschikbaar. Dat is minstens net zoveel als bij de Statenverkiezingen in 2015 en 2019.
(3)
Een deel van de activiteiten die de provincie al langere tijd verricht zijn met incidentele middelen gefinancierd. Als deze activiteiten structureel van aard zijn dienen deze in principe met structurele middelen gefinancierd te worden. In 2023 dient er voor 70 miljoen euro aan incidenteel gefinancierde activiteiten structureel te worden gefinancierd. Omdat het wenselijk is ook nieuwe activiteiten te kunnen oppakken, is het nodig scherpe keuzes te maken in het voortzetten van de activiteiten die de provincie nu verricht.
(4)
De kosten voor de provincie (loonkosten personeel, bouwkosten, etc.) worden door de jaarlijkse inflatie steeds hoger. Het budget voor de provinciale organisatie en organisaties die structureel een bijdrage van de provincie ontvangen dienen in principe volledig gecompenseerd te worden voor de jaarlijkse verhoging van de prijzen van goederen en diensten (indexeren).
(5)
De enige belasting die de provincie vooralsnog kan heffen is op de motorrijtuigenbelasting. Het tarief dat Brabant rekent is al jaren gelijk en een van de laagste van Nederland, wat prettig is voor de Brabanders. De kosten van de provincie stijgen jaarlijks fors, maar onze belastinginkomsten slechts beperkt omdat er maar een indexering van 1,5% per jaar wordt toegepast. Dit zorgt ervoor dat we minder activiteiten kunnen uitvoeren, wat niet wenselijk is gezien de maatschappelijke opgaves. De PvdA wil de motorrijtuigenbelasting niet verhogen, maar jaarlijks wel reëel indexeren, gekoppeld aan de CPI.
(6)
De provincie heeft in 2009 2,8 miljard euro ontvangen voor de verkoop van Essent. Daarvan is 1,8 miljard veilig belegd, zodat jaarlijks dividend beschikbaar blijft (2022: 106,3 miljoen euro) voor de structurele jaarlijkse ondersteuning van de begroting. Met deze middelen kan de provincie het verschil maken voor Brabant. Het verplicht beleggen bij het Rijk (schatkistbankieren) leidt niet tot hoge opbrengsten voor de provincie. Daarom steunt de PvdA het om een deel van deze middelen anders te investeren met financieel en maatschappelijk rendement. Ook de komende jaren blijven we hiertoe businesscases ontwikkelen. We zetten hierbij nadrukkelijk in op maatschappelijke opgaven die in dit verkiezingsprogramma zijn benoemd, zoals woningbouw (permanent en tijdelijk), de energietransitie en betaalbaarheid daarvan en een levendig Brabant. Ook andere vormen van slimme financiering (bijvoorbeeld via het Ontwikkelbedrijf) zetten we in.
(7)
De voor investeringen beschikbare 1 miljard (uit de opbrengst van verkoop Essent) is inmiddels grotendeels, deels revolverend (als investering, het geld krijgt de provincie terug), geïnvesteerd. Er is daarom minder geld voor eenmalige investeringen beschikbaar dan in de vorige twee Statenperiodes. Deze nieuwe financiële werkelijkheid dient onder ogen te worden gezien.
(8)
We blijven ons ervoor inzetten om die middelen uit Brussel en Den Haag (onder andere de algemene uitkering uit het provinciefonds) naar Brabant te krijgen die passen bij de economische motor die we voor heel Nederland zijn. De Mainportstatus van de Brainportregio en de vier Brabantse Verstedelijkingsakkoorden bieden kansen op extra Rijksmiddelen.
Investeringsfondsen
Van de 2,8 miljard euro uit de opbrengt van de verkoop van Essent was 1 miljard beschikbaar om te investeren in de toekomst van Brabant. Dit miljard is inmiddels ondergebracht in een aantal fondsen. Via de fondsen worden de middelen, veelal revolverend, geïnvesteerd. We houden de revolverende Essent-investeringsfondsen in stand omdat het veelal om langjarige investeringen gaat. Naast de Essent-fondsen heeft de provincie de volgende reguliere investeringsfondsen (met incidenteel geld uit de algemene middelen) opgezet.
(1)
Het Leisure-ontwikkelfonds presteert ondermaats, waardoor de fondsreglementen zijn bijgesteld om het makkelijker te maken om projecten te financieren. Het LOF wordt in 2023 geëvalueerd. Als er niet significant meer projecten zijn gehonoreerd, beëindigen we het fonds en zetten de gereserveerde middelen anders in voor de vrijetijdsector.
(2)
Het Brabant-C fonds is in 2018 herijkt. De werkwijze van het Brabant-C fonds is innovatief en effectief. We houden de functie van het Brabant-C fonds in stand, maar bezien de wijze waarop we het fonds organiseren en het ambitieniveau waarmee we dit doen.
(3)
Het spaar- en infrafonds is in tegenstelling tot het verleden geen asfaltfonds meer maar een breed mobiliteitsfonds. Om voldoende mobiliteitsprojecten uit te kunnen voeren staat de PvdA Brabant ervoor open om het spaar- en infrafonds te verlengen.
(4)
Er komt een nieuw investeringsfonds voor stedelijke ontwikkeling, om op plaatsen waar dat nodig is transformaties (programma stedelijke transformaties) mogelijk te maken voor onder andere woningbouw. Dit Spaarfonds Verstedelijking koppelen we aan het in ontwikkeling zijnde beleidskader Verstedelijking en het Ontwikkelbedrijf. In dit spaarfonds storten we 10 miljoen per jaar.