Wij verwonderen ons al enkele jaren over de houding die de Brabantse gemeenten aannemen ten opzichte van wind- en zonneparken. Onze verwondering gaat niet over dat de meeste Brabantse gemeenten positief staan ten opzichte van wind- en zonneparken. Wat de PvdA betreft zijn wind- en zonneparken keihard nodig om de doelen voor de opwek van duurzame energie te halen en op die wijze ons klimaat te redden. Waar we ons over verwonderen is het gebrek aan ondernemerschap bij de meeste gemeenten en het gemak waarmee de energietransitie aan de markt wordt overgelaten. De Brabander is daar namelijk de dupe van.
Op enkele uitzonderingen van energiecoöperaties na, zijn de meeste zonneparken in Brabant eigendom van marktpartijen. Nieuwe duurzame energiebedrijven die er als de kippen bij zijn om bij boeren landbouwgrond op te kopen of te huren om een zonnepark te realiseren met behulp van een stevige Rijkssubsidie. Marktpartijen – veelal in bezit van Nederlandse of buitenlandse investeerders – hebben het heft in handen met maar één doelstelling, zoveel mogelijk geld verdienen aan de energietransitie. Helaas is er mede daardoor onder Brabanders best wat weerstand tegen zonneparken. Het gevoel bestaat dat de opbrengsten van de energietransitie naar bedrijven vloeien en de kosten (hoge energierekening, subsidie, ruimtebeslag) voor de gemeenschap zijn.
Daarom is het zo opmerkelijk dat de meeste gemeenten (er zijn ook positieve uitzonderingen, zoals de gemeente Boxtel) achterover leunen als het gaat om het proactief ontwikkelen van zonneparken. Ze zijn meestal voorstander van zonnevelden (als onderdeel van Regionale Energie Strategie) en hebben dit soms ook al ruimtelijk vertaald in omgevingsvisies en bestemmingsplannen. Echter daar stopt het meestal en beginnen de problemen. Dat moet echt anders! Gelukkig kan dit ook als de gemeenten – met ondersteuning van de provincie – zich daarvoor inzetten.
Om een zonnepark te ontwikkelen is als eerste een locatie nodig. De meeste Brabantse gemeenten bezitten veel grond, die veelal wordt ingezet als landbouwgrond. Op deze gemeentegronden kunnen ook zonneparken worden ontwikkeld. Ook provinciegrond kan hiervoor worden gebruikt. Naast een locatie dient er ook een omgevingsvergunning te worden verstrekt. Door als gemeente zelf een zonnepark te ontwikkelen kan er maximaal worden geïnvesteerd in de landschappelijke inpassing en het maatschappelijk draagvlak van een park. Dit maakt de vergunningverlening makkelijker en verminderd de kans op langdurige bezwaar- en beroepsprocedures. Dit is precies waar het vaak spaak loopt bij bedrijven die zonneparken ontwikkelen, zij hebben tot doel om zelf geld te verdienen in plaats van te investeren in landschappelijke inpassing en maatschappelijk draagvlak. Verder dient er een professioneel technisch plan te worden gemaakt om een park te realiseren. Dat kunnen gemeenten zelf niet, maar daarvoor kun je een gespecialiseerd adviesbureau inhuren. Tenslotte is er kapitaal nodig om te investeren in een zonnepark. Hier kan de provincie bij helpen, door dergelijke parken te financieren.
Tenslotte is er nóg een belangrijk voordeel aan gemeentelijke zonneparken. Wij denken dat het draagvlak voor de opwerk van grootschalige duurzame energie toeneemt als álle Brabanders kunnen meeprofiteren van de opbrengsten. Hoe mooi zou het zijn als een gemeente aan élk gezin in de gemeente jaarlijks 100 euro zou kunnen schenken als opbrengst van een lokaal zonnepark. Dus niet alleen aan gezinnen die geld hebben om te participeren in een zonnepark of die betrokken zijn bij een energie coöperatie, maar iedereen. Wij weten zeker dat inwoners dan positiever tegen zonneparken aan gaan kijken. De PvdA wil daarom dat de provincie dit jaar samen met 3 gemeenten begint met een proef om een overheidszonnepark aan te leggen.
Kevin Hordijk is lid van Provinciale Staten voor de PvdA en staat op nummer 2 voor de aankomende Provinciale Staten verkiezingen op 15 maart.